Libido is een term die we vaak gebruiken om seksuele drang of verlangen naar seksuele activiteit te beschrijven. De Wereldgezondheidsorganisatie stelt dat seksuele gezondheid een toestand is van fysiek, emotioneel, mentaal en sociaal welzijn in relatie tot seksualiteit, wat een reden is waarom moderne artsen het belang van libido erkennen als een van de belangrijkste indicatoren van algemene gezondheid en kwaliteit van leven.
Door de geschiedenis heen heeft de term 'libido' verschillende betekenissen gehad in het werk van psychiaters en psychoanalytici - namelijk Sigmund Freud die het aan de ene kant van zijn instinctieve dualisme plaatste, en Carl G. Jung die libido identificeerde als een psychische energie. Tegenwoordig worden zulke brede definities zelden gebruikt, en als we het over libido hebben, zijn we vooral geconcentreerd op seksuele drift.
Evolutionair perspectief van libido
Libido werd opgevat als uiteindelijk biologisch van oorsprong, maar wordt tegenwoordig beïnvloed door een overvloed aan ontwikkelings-, psychosociale en culturele factoren. Het wordt erkend als een belangrijke kracht in de darwinistische evolutie van natuurlijke selectie, met een evolutionair doel om soorten ertoe aan te zetten zich voort te planten, waardoor genetisch materiaal wordt doorgegeven aan volgende generaties.
Een gegeneraliseerde geslachtsdrift is een veelvoorkomend kenmerk van de voortplanting van zoogdieren en vogels, dus veel soorten ervaren fluctuaties in seksuele gevoeligheid tijdens de oestrische cyclus. Vrouwen blijven in fysiologische zin seksueel ontvankelijk gedurende de menstruatiecyclus, met subtiele cyclische variaties. Evolutionair gezien heeft elk mechanisme dat de frequentie van geslachtsgemeenschap tijdens vruchtbare dagen kan verhogen, een selectief voordeel door de kans op conceptie te vergroten.
gerelateerde verhalen
Laag libido bij oudere vrouwen, niet alleen tijdens de menopauze
Onderzoek wijst uit dat het belangrijkste deel van de hersenen kleiner is bij vrouwen die orale anticonceptiva gebruiken
In het laboratorium gekweekte, testosteronproducerende cellen kunnen hypogonadisme helpen behandelen
De menselijke geslachtsdrift is erg mentaal en heeft diepe wortels in onze culturele omgeving. Hoewel de fundamentele seksuele drift primair biologisch van aard is, kunnen specifieke kenmerken van aantrekking op cultureel niveau worden beïnvloed, vooral op jonge leeftijd.
Hormonale en neurobiologische basis van seksuele drang
Zowel bij mannen als bij vrouwen is het libido direct gekoppeld aan androgene hormonen (namelijk testosteron). Aangezien mannen ongeveer 40 keer zoveel testosteron hebben als vrouwen, wordt aangenomen dat ze een intensere seksuele drang hebben; er wordt echter ook agressiever gedrag aangetoond. Een dergelijke ongelijkheid in testosteronniveaus bestaat ook bij andere zoogdieren, en daarom vertonen de meeste soorten een voorkeur voor een meer uitgesproken seksuele drang en agressie van mannetjes in vergelijking met vrouwtjes.
De exacte rol van peptiden bij seksuele drift en opwinding is nog steeds niet zeker, deels vanwege hun vele rollen en actielocaties. Toch is oxytocine - een neuropeptide dat ook wel 'bindingshormoon' wordt genoemd - belangrijk bij zowel seksueel als ouderlijk gedrag. Naast het reguleren van seksuele drift, regelen complexe oxytocine neurale routes de erectie van de penis en seksuele motivatie in het algemeen.
Dopa speelt een sterke rol bij het libido en de motivatie. Dit hormoon en neurotransmitter is een van de belangrijkste spelers in het menselijk lichaam. Steroïde hormonen vormen de basis voor een verhoogde dopasynthese en de afgifte ervan tijdens perioden van verbeterde seksuele respons, wat resulteert in een verhoogde seksuele drang.
Bronnen
Grijze PB, Garcia JR. Evolutie en menselijk seksueel gedrag, Harvard University Press, 2013.